fbpx

La Vénus de Lespugue …. In mijn werkkamer staat een replica van haar, Picasso had er zelfs twee! Veel van zijn kunstwerken zijn geïnspireerd door ‘la petite statuete’ al wordt daar doorgaans weinig aandacht aan besteed. In 1964 schreef Brassai:  l’un conforme à l’orginal ébréche, l’autre complété, restauré. Picasso adore cette toute première déesse de la fécondité, quintesscence des formes féminines dont la chair, comme suscitée par le désir de l’homme, semble enfler et proliférer autour d’un noyau. Picasso was gefascineerd door haar vormen, hij hield van deformeren. Picasso was niet voor niets een van de grondleggers van het kubisme. Bovendien had hij altijd vrouwen om zich heen nodig om te kunnen creëren. Het liefst echte vrouwen, maar als die even niet beschikbaar waren, voldeden zijn replica’s van de Lespugue Venus.

De Venus van Lespugue is een van de meest bekende voorbeelden van Venuskunst uit het paleolithicum. Zij wordt gedateerd op ca. 23.000 v. Chr. en is in 1922 gevonden door René de Saint-Périer (1877-1950) in de grot van Rideaux bij Lespugue (Haute-Garonne). Volgens de traditie uit die tijd werd zij Venus genoemd (lees ‘Wat is Venuskunst’) al is zij uiteraard geen representante van de godin Venus uit de klassieke mythologie en kreeg ze de naam van de vindplaats eraan toegevoegd.

Het beeldje is een goed voorbeeld van mobiele kunst, het is ca. 15 cm hoog en gesneden uit het ivoor van de slagtand van een mammoet. Helaas is het tijdens de opgraving beschadigd. Tegenwoordig bevindt het zich in Musée de l’Homme in Parijs.

Mobiele kunst
De mensen in de oude steentijd waren grotendeels jagers/verzamelaars en trokken in groepen over de bewoonbare delen van de aarde. De groepen waren kleinschalig en sociaal gezien met elkaar in balans. Wanneer mensen rondtrekken, ligt het voor de hand dat hun kunstwerken klein en draagbaar zijn: mobiele kunst. 

Gedurende de laatste grote ijstijd lagen grote delen van de wereld onder dikke ijskappen. Ten zuiden daarvan strekte zich een eindeloze toendrasteppe uit, waarover zowel mensen als dieren trokken. Langs deze toendrasteppe, die diende als een snelweg die oost en west met elkaar verbond, is heel veel Venuskunst gevonden. Alle gevonden beeldjes zijn voorbeelden van mobiele kunst en vertonen opvallend veel overeenkomsten, waardoor we kunnen spreken van een gemeenschappelijke symbolentaal en met recht kunnen stellen dat Venuskunst een mondiaal gegeven is. De toendrasteppe is al een snelweg van de vrouwelijke iconografie.

Steatopygie
Wanneer we de beeldjes op iconografische en iconologische manier met elkaar vergelijken, valt op dat het allemaal vrouwen voorstellen in de vruchtbare fase van hun leven. Bolle buiken en billen, volle borsten en een realistische weergave van de poort-des-levens. Vaak is er sprake van steatopygie, zoals bij de Venus van Lespuque het geval is. Steatopygie is een extreme vorm van vetafzetting op de billen bij vrouwen en is vermoedelijk ontstaan als aanpassing in tijden van onvoorspelbare voedselvoorziening.  Omdat vrouwen het leven dragen en zelf voeden,  is het van groot belang dat zij voldoende reserves hebben. In Afrika leven nog stammen waar steatopygie voorkomt.

Naald-en-draadtechniek
Een andere opvallende overeenkomst is het feit dat veel beeldjes op hun naakte lichaam verschillende kledingstukken lijken te dragen. Ook de Venus van Lespugue draagt een kledingstuk dat alleen zichtbaar is aan de achterkant: een soort touwrokje dat naar beneden toe in een punt loopt. Het is niet waarschijnlijk dat dit soort rokjes tot de dagelijkse uitrusting van de vrouwen uit de oude steentijd behoorden, gezien het klimaat waarin zij leefden. Wel mogen we aannemen dat het sacrale en rituele kleding betreft. We kunnen slechts gissen naar de exacte betekenis, maar het is opvallend hoe precies en gedetailleerd de weef- en vlechtpatronen zijn weergegeven waardoor we kunnen stellen dat de kledingstukken voor die tijd zeker belangrijk geweest moeten zijn.

Het feit dat kledingstukken worden afgebeeld, geeft aan dat de naald-en-draadtechniek was uitgevonden. Volgens de meeste onderzoekers liggen de oorsprong en de toepassing van deze techniek bij vrouwen. Textielexpert Elizabeth Wayland Barber stelt dat de Venus van Lespugue de oudste voorstelling weergeeft van een gesponnen draad. Het rokje dat onder de heupen hangt, is gemaakt van gedraaide vezels die aan het eind rafelen. Wanneer we aannemen dat de naald-en-draadtechniek inderdaad door vrouwen is uitgevonden, kunnen we ook stellen dat het vrouwen zijn geweest die deze Venuskunst hebben vervaardigd. Immers, het is hun belevingswereld die uitgebeeld wordt.

In mijn boek Herstory of Art kun je meer lezen over Venuskunst in de oude steentijd. 
De Venus van Lespugue is ook als museum replica verkrijgbaar.

© Karin Haanappel, 4 juli 2013