Het Verhaal van Vrouw Holle
In de eindversie van het Holle-sprookje van Grimm uit 1857 laat het meisje tot haar grote schrik en ongeluk haar spinspoel in de put vallen. Uit angst voor represailles van haar stiefmoeder springt het meisje de spoel na. Wat een moed om in het donkere diepe te springen. Wat een verrassing op de bodem van de put geen donkere hel aan te treffen, maar een onderaardse en toch zonnige, bloeiende weide. Onder de aarde is een andere wereld waar het goed toeven is… Vrolijk loopt het meisje verder op de bloeiende weide waarop de seizoenen van lente, zomer, herfst, winter en nieuwe lente elkaar afwisselen.
De eerste inwijding
Zij ontmoet een koe met volle uiers. Het is lente. De koe smeekt haar om haar volle uiers te ledigen. Het meisje acht de tijd rijp om in actie te komen. Zij communiceert met de koe en doet wat de koe van haar vraagt. Zij laat de emmer vol stromen met verse melk. Dan wordt het tijd om verder te lopen. Zij vervolgt opgewekt haar weg.
De tweede inwijding
Zij komt bij een geurende oven waar de broden haar smeken om uit het vuur gehaald te worden. Het is zomer. De tijd is rijp om in actie te komen. Zij doet wat het brood van haar vraagt. Zonder angst voor het vuur en de hete oven, haalt zij het knapperige brood uit de oven. Voldaan gaat zij verder en maakt kleine vreugdesprongetjes op de lange weg voor haar.
De derde inwijding
Het wordt herfst. Zij komt bij een appelboom die zucht onder de zware last van rijpe appels. De appels smeken haar om ze te plukken anders verrotten ze. De tijd is rijp om in actie te komen. Het meisje doet wat de appels van haar vragen. Zij reikt ook naar de allerhoogste appels en voltooit de flinke klus naar volle tevredenheid. Zij legt de rijpe appels op mooie stapels naast de boom neer. Zij heeft zich met hart en ziel van haar taak gekweten en dat maakt haar blij. En weer gaat het verder. Het wordt winter.
In de leer bij Holle
Nu komt zij bij een huisje van een oud gebogen vrouwtje met lange tanden en verwilderde haren. Zij wordt bang en wil weglopen maar dan zegt de oude: ’Vrees niet. Ik ben Vrouw Holle.’ Zij belooft haar kost en inwoning in ruil voor hulp in de huishouding. Zij moet Holle’s dekbed flink uitkloppen en als de veertjes ronddwarrelen, sneeuwt het op aarde. De onderwereld onder in de put blijkt nu plots ook een hemelse wereld boven de aarde. In de wereld van Holle zijn er buiten de aardse- of middenwereld kennelijk meerdere dimensies. Het meisje leert van Holle met meerdere dimensies in de ’Andere Wereld’ om te gaan. In tal van sprookjes maken de heldinnen en helden een kosmische reis naar de zon, maan en sterren. Soms ligt die ’Andere Wereld’ niet boven maar onder de aarde. Vrouw of (Groot)Moeder Holle toont zich hier een inwijdster in het meerdimensionale aardse leven.
Terug naar huis
Hoe veel beter dan thuis, het meisje het ook bij Holle heeft, aan het eind van het jaar krijgt het meisje heimwee en wil zij terug naar huis. Holle brengt haar vriendelijk weg. Als beloning krijgt zij de spinspoel terug die zij in de put liet vallen. Onder de poort wacht haar een grote verrassing: zij krijgt van Holle als beloning een gouden douche. Nu kraait de haan: het wordt ochtend in een nieuwe fase. Zij is terug in de aardse wereld. Nu draagt het meisje haar nieuwe naam ’Goudmarie’.
27 december 2019
www.ancientherstory.nl
Ik heb het boek wel in huis, maar ligt op de stapel om gelezen te worden,